Bløf

Vorige pagina

BLØF - XXL

1    Neer

Wat ze zegt is prachtig:
Blij te weer te zien!
Maar ik heb niks meer te zeggen
Dus nou, tot ziens, misschien
En ik voel m'n ogen branden
Sla ze snel maar neer
Ze glijdt me zo uit handen
Voor de allerlaatste keer

Neer, we gaan neer
Neer, we gaan neer
En deze keer
Niet bij nacht
Niet bij ontij
Of slecht weer
We gaan neer
Neer, we gaan neer

Wat ze zegt is prachtig:
Ik spreek niet meer zo veel
Wat ik nog wil zeggen
Stokt me in de keel
En ik wil nog wel iets moois doen
Dus ik doe mijn ogen dicht
Ik denk aan haar gedachten
En ik denk aan haar gezicht

Neer, we gaan neer
Neer, we gaan neer
En deze keer
Niet bij nacht
Niet bij ontij
Of slecht weer
We gaan neer
Neer, we gaan neer

Neer, we gaa neer
Neer, we gaan neer
En deze keer
Niet bij nacht
Niet bij ontij
Of slecht weer
Neer, We gaan neer

2    Dit lied

Ik zing je uitgewoonde woorden
In een ongeschikte taal
Ik speel tweedehands akkoorden
Want ik steel ze allemaal

Ik verf een afgeleefde wereld
Een ingestorte stad
Ik schilder daar de bomen
Die ze nooit hebben gehad

Dit lied is als een bouwval
Als een afgebroken brug
Als een omgevallen toren
Naar de hemel en weer terug
Dit lied
Dit lied komt altijd terug

Ik woon in uitgewoonde zinnen
Als in een onbewoonbaar huis
Leef ik buiten, leef ik binnen?
Maar ik ben nergens anders thuis

Ik spreek in uitgedroogde tongen
Ik spreek voor allen en voor één
Want zelfs met hese stem bezongen
Is geen mens toch echt alleen

Dit lied is als een bouwval
Als een afgebroken brug
Als een omgevallen toren
Naar de hemel en weer terug
Dit lied
Dit lied komt altijd terug
Dit lied
Dit lied komt altijd terug

3    Lieveling

Je kijkt omlaag
Je hebt me net gevraagd
Of m'n handen ook zo koud zijn
Of moet ik daarvoor jou zijn?

Het antwoord blijf ik schuldig
Je zwijgt en wacht geduldig
Tot ik eindelijk je hand grijp
En we weten allebei:
De jouwe lijkt wel gloeiend heet
Zo koud is die van mij
En ik zeg:

Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Waar je was gebleven
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Waar je was gebleven
Ga niet weg, maar blijf nog even

Je kijkt naar de grond
Als een twijfelende bruid
Je krijgt het er niet uit
Het blijft weer steken in je mond
Dat ene hoge woord
Ik heb het niet gehoord
Ik heb het niet gehoord

Ik kijk weg
En ik staar maar naar mijn schoenen
Ik kijk weg
Om mijn veters vast te doen
Om op te staan
Om weg te gaan
Maar jij zegt:

Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Waar je was gebleven
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Lieve lieveling, ga door
Waar je was gebleven

Ga door! Ga door!

4    Laatste ronde

Ik hang aan het biljart
van deze donkerbruine kroeg
En langzaam wordt het licht,
is het nog laat of alweer vroeg?
Het is stil op straat,
de barman spoelt de glazen om
En jij drinkt nog een bier,
en ik zie al het rechte krom

Laatste ronde, laatste ronde
Vanavond heb ik niets gevonden
Laatste ronde, laatste ronde
Gewogen maar te licht bevonden

Nog een keer naat 't toilet,
ik stommel zat het trapje af
Ik zat nergens mee,
totdat de stemming het begaf
Het wordt niets tussen ons,
dat heb ik inmiddels wel gemerkt
Dus ik heb me flink gelaafd,
zo de teleurstelling verwerkt

Laatste ronde, laatste ronde
Vanavond heb ik niets gevonden
Laatste ronde, laatste ronde
Gewogen maar te licht bevonden

Ik hang aan het biljart
van deze donkerbruine kroeg
En langzaam wordt het licht,
is het nog laat of alweer vroeg?

Laatste ronde, laatste ronde
Vanavond heb ik niets gevonden
Laatste ronde, allerlaatste ronde
Gewogen maar te licht bevonden

Laatste ronde

5    Taxi voor mijn ogen

In mijn stad weet niemand nog de weg
We staan aan de kant
zonder of met pech
Onverschillig, stoned of dronken
Trillend van woede of
half gek van angst
Ik sta stil, durf niks te doen
De motor blijft maar lopen,
de benzine raakt op
Iemand roept
Niemand gaat
We zijn niet goed
We zijn niet kwaad

In mijn stad is altijd werk
aan de gang
We moeten wachten,
vaak en veel te lang
Een versperring, de straat ligt open
Stenen die lokken,
een sirene zingt vals
Ik sta hier vast, ik kan niets doen
De meter blijft maar lopen en het
geld raakt op
Iemand vloekt
Iemand slaat
Het gaat niet goed
Het maakt me kwaad

Ik moet een taxi voor mijn ogen
Geef ze onderdak en vuur
Ik moet een taxi voor mijn ogen
Op dit godverlaten uur

In mijn staat ...

Ik moet een taxi voor mijn ogen
Geef ze onderdak en vuur
Ik moet een taxi voor mijn ogen
Op dit godverlaten uur

6    Liefs uit Londen

Van de wereld weet ik niets
Niets dan wat ik hoor en zie, niets
dan wat ik lees
Ik ken geen andere landen, zelfs al
ben ik er geweest
Grote steden ken ik niet
Behalve uit de boeken, behalve van T.V.
Ik ken geen andere stad dan de stad
waarin ik leef

Zij stuurt me kaarten uit Madrid
En uit Moskou komt een brief
Met de prachtigste verhalen
En God, wat is ze lief
Gisteren uit Lissabon "ik mis je" en
een zoen
Vandaag uit Praag een kattebel, want
er is zoveel te doen
En morgen, als de postbode mijn huis
weer heeft gevonden
Dan stort ze mijn hart vol met al het
liefs uit Londen

Van de wereld weet ik niets
Niets dan wat ik hoor en zie, niets dan
wat ik voel
Ik leef van dag tot dag, zonder vrees
en zonder doel
Verre landen ken ik niet
Behalve uit mijn atlas, die droom ik
elke nacht
Maar ik droom alleen de landen waar
ze ooit aan me dacht

Als een mooi en groot geloof
Aan de muur van mijn gedachten
Hangt een wereldkaart te wachten
Tot ze terugkomt
Met haar reizen in mijn hoofd
Steek ik vlaggen in de aarde
Dezelfde kleur, dezelfde waarde

Maar zij stuurt me kaarten uit Madrid
En uit Moskou komt een brief
Met de prachtigste verhalen
En God, wat is ze lief
Gistern uit Lissabon "ik mis je" en
een zoen
Vandaag uit Praag een kattebel, want
er is zoveel te doen
En morgen, als de postbode mijn huis
weer heeft gevonden
Dan stort ze mijn hart vol met al het
liefs uit Londen

7    Wat waar is en wat niet

Is het waar dat de wereld rond is
Dat het ongezond is als je rookt
en drinkt?
Is het waar dat honing zoet is
Dat een liedje goed is als het
nooit bezinkt?

Is het waar dat de liefde warm is
Dat een rijke arm is als-ie z'n geld
verspeelt?
Is het waar dat de deler lacht en
Dat-ie onverwacht de kaarten beter
deelt?

't Is het spel aan de bar
Maakt mijn hoofd in de war

Veel te laf, veel te nuchter
Om te zien wat waar is en wat niet
Veel te laf, veel te dronken
Om te zien wat zwaar is en wat niet

Is het waar dat de hartstocht rood is
Dat een leven groot is als het
wordt geleefd?
Is het waar dat de duivel echt is en
Dat het onterecht is als een mens
niets heeft?

Is het waar dat de zondvloed nat is
Dat er altijd wat is, ook al doe je
niets?
Is het waar dat een auto vies is
Dat een wijs advies is: neem voortaan
de fiets?

Wat doet mijn hoofd op de bar?
Maakt mijn haar in de war

Veel te laf, veel te nuchter
Om te zien wat waar is en wat niet
Veel te laf, veel te dronken
Om te zien wat zwaar is en wat niet
Veel te laf, veel te nuchter
Om te zien wat waar is en wat niet
Veel te laf, veel te dronken
Om te zien wat zwaar is en wat niet

Is het waar dat BLØF ongerust is
Dat de Zeeuwse kust straks veel te
vol zal zijn?
Is het waar dat het een hele troots is
Als er weer wordt geproost op
het legen plein?

Veel te laf, veel te nuchter
Om te zien wat waar is en wat niet
Veel te laf, veel te dronken
Om te zien wat zwaar is en wat niet
Veel te laf, veel te nuchter
Om te zien wat waar is en wat niet
Veel te laf, veel te dronken
Om te zien wat zwaar is en wat niet

Is het waar?

8    Aan de kust

De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht
Boven het vlakke land trilt stil de warme lucht
He! iemand slaat soms onverwacht maar zeker
op de vlucht
Alarmfase Twee is hier nauwelijks nog berucht
Maar men weet het niet
En zwijgt van wat men hoort en ziet

Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Waar de mensen onbewust
Zin in mosselfeesten krijgen
En van eten slechts nog zwijgen
Als ze zat zijn en voldaan
En weer rustig slapen gaan

Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Waar eenieder onbewust
In het Duits wordt aangesproken
Waar de ketting is gebroken
En alle schepen zijn verbrand
Maar er is niets aan de hand

Vlissingen ademt zwaar
En moedeloos vannacht
De haven is verlaten,
want er is nog maar een vracht
En die moet in het donker buitengaats
worden gebracht
Gedenkt de goede tijden van zuiverheid
en kracht

Maar men weet het niet
En zwijgt van wat men hoort en ziet

Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Waar de zomer onbewust
Met een noodgang wordt genoten
En waar wild en onverdroten
Iedereen zijn gang kan gaan
Tot men zat is en voldaan

Hier aan de kust, de Zeeuwse kust
Waar de liefde van de lust
Steeds maar weer zal gaan verliezen
Omdat ze nooit kan kiezen
Tussen goed en niet zo kwaad
Maar dat is zoals het gaat

Hier aan de kust

Vorige pagina

Copyright © HF OADA. Alle rechten voorbehouden.
Deze pagina is bijgewerkt tot vrijdag 09 januari 2004